Overig

Beperking bewegingsvrijheid

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

Separatie

Uitvoering van de zorgmachtiging of de crisismaatregel

KC21-007 31 maart 2021

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC21-007
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 19 maart 2021
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 29 maart 2021 (digitale conferentie Starleaf) 
Datum beschikking : 1 april 2021

 

 

 

Uitgenodigd voor hoorzitting en digitaal aanwezig

[Klaagster] (klaagster)

[PVP] (PVP)

[Toehoorder] (toehoorder)

 

[Verweerder] (verweerder)

[Verweerster] (verweerster)

 

[Voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[Psychiater] (psychiater)  `

[Lid] (jurist)

 

[Ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

Juridische status

Voortgezette crisismaatregel

 

Klacht

  1. Toedienen medicatie
  2. Verrichten medische controles
  3. Andere medische handelingen en therapeutische maatregelen
  4. Beperking bewegingsvrijheid
  5. Insluiting
  6. Uitoefenen toezicht
  7. Onderzoek aan lichaam of kleding
  8. Onderzoek woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen
  9. Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van het eigen leven, waaronder communicatiemiddelen
  10. Opnemen in accommodatie

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 19 maart 2021 een klacht ontvangen betreffende alle aangekruiste vormen van verplichte zorg waarvan verweerder voornemens is om die in te zetten in het kader van de behandeling. Op 20 maart zijn klaagster, PVP en verweerder geïnformeerd over de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. De klachtencommissie heeft op 25 maart 2021 het verweerschrift inclusief bijlagen ontvangen. Deze zijn dezelfde dag doorgestuurd naar PVP van klager. 

Partijen hebben hun standpunten kunnen toelichten tijdens de hoorzitting op 29 maart 2021, middels videoconferentie. Op 30 maart 2021 zijn partijen schriftelijk geïnformeerd over de uitspraak. De volledige uitspraak is op 1 april 2021 aan partijen verzonden.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Klaagschrift;

-           Verweerschrift;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg, d.d. 10-3-2021;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg, d.d. 12-3-2021;

-           Crisismaatregel, d.d. 10-3-2021;

-           Decursus en rapportages periode 10-3-2021 t/m 23-3-2021;

-           Episodeverhaal 10-3-2021;

-           Informatiebrief d.d. 10-3-2021;

-           Informatiebrief voorbereiding zorgmachtiging d.d. 22-3-2021;

-           Informatiebrief verplichte zorg, d.d. 10-3-2021;

-           Informatiebrief verplichte zorg, d.d. 15-3-2021;

-           Medische verklaring, d.d. 10-3-2021.

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht als omschreven in artikel 10:3 Wvggz en heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn eindigt op 1 april 2021.

 

Feiten

Klaagster is op 10-03-2021 met een crisismaatregel opgenomen in de kliniek volwassenen van [locatie]. De crisismaatregel is van kracht van 10-3-2021 t/m 13-3-2021. Aansluitend is een voortgezette crisismaatregel afgegeven voor de periode 12-3-2021 t/m 2-4-2021. Op 22 maart 2021 is klaagster geïnformeerd over het feit dat de officier van justitie een verzoekschrift heeft ingediend bij de rechtbank voor een zorgmachtiging.

 

Klaagster is bekend met een bipolaire I stoornis waarvoor zij in het verleden meermaals

is opgenomen in verband met een manische decompensatie. Na de vorige opname -in oktober 2020- is getracht ambulante begeleiding in te zetten. Klaagster wenste echter geen ambulante hulp, waardoor zij uiteindelijk uit beeld is geraakt bij de ambulante hulpverleners.

 

Standpunten van klaagster

Klaagster is het niet eens met de opname en verplichte zorg in [locatie]. Zij geeft aan dat men haar op basis van een oude diagnose, een postnatale depressie van twintig jaar geleden, nu vasthoudt. Klaagster bestrijdt dat zij niet voor zichzelf zou kunnen zorgen en dat zij mensen aanvalt. Zij stelt dat zij ten onrechte door de politie is opgepakt en helemaal geen overlast voor haar buren heeft veroorzaakt.

Klaagster neemt in de kliniek wel medicatie in, omdat ze anders een injectie krijgt. Maar thuis heeft klaagster geen medicijnen nodig, want dan rookt zij marihuana waardoor ze rustig wordt. Bovendien kan ze anders niet werken als productiemedewerkster, omdat ze dan achter de machine in slaap valt.

Namens klaagster voert de PVP aan dat er veel vormen van verplichte zorg al op voorhand zijn aangevraagd, terwijl deze niet alle direct noodzakelijk zijn. In de beslissing verplichte zorg op basis van de voortgezette crisismaatregel zijn deze dwangmaatregelen onvoldoende gemotiveerd, noch gespecificeerd. Onder verwijzing naar http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2020:8121 stelt PVP dat dit in strijd is met de bedoeling van de wetgever. Feitelijk moet alleen die verplichte zorg aangevraagd worden, die op dat moment noodzakelijk is. Zo is het nu niet duidelijk welke beperkingen er zijn ten aanzien van de communicatiemiddelen en is niet gespecificeerd welke hoeveelheid medicatie klaagster moet slikken.

Klaagster wil met rust gelaten worden. Helaas heeft ze momenteel geen woning. Toch kiest klaagster liever voor dakloosheid dan de klinische opname in de Braamberg.

 

Standpunten van verweerder

Verweerder benoemt ter zitting dat klaagster het afgelopen jaar driemaal is opgenomen na politiebemoeienis. Steeds was er sprake van overlast en was de crisisdienst betrokken. Naar aanleiding van een rechtszaak heeft klaagster ook haar woning verloren. Er is sprake van manische decompensatie, verbale agressie en seksuele ontremming. Na haar vorige ontslag uit de kliniek is getracht klaagster ambulant te behandelen maar dit is niet gelukt. Klaagster was erg snel weer uit beeld van de zorgmedewerkers. 

Na haar opname is klaagster vanwege ontregeld, agressief gedrag kortdurend in de EBK geplaatst. Ze neemt haar medicatie vrijwillig in maar er is geen sprake van ziektebesef en -inzicht. Verbale agressie is nog regelmatig aan de orde. Getracht wordt met de nieuwe medicatie te komen tot stabilisering van het toestandsbeeld en een opstart te maken naar ambulante begeleiding. Verweerder vult aan dat het van belang is te ontdekken wat de reden is dat er steeds een opname nodig is en hoe dit voorkomen kan worden. Dus goede ambulante begeleiding is van belang in deze situatie.

Verweerder is van mening dat het juist de opzet is van de nieuwe wet dat je al voorzienbare of mogelijk verwachte verplichte zorg kunt aanvragen bij de rechter voordat dit daadwerkelijk ingezet wordt. Je moet de rechter daar uiteraard eerst van overtuigen. Het is niet mogelijk en wenselijk om iedere keer een nieuwe aanvraag voor verplichte zorg in te dienen. Verweerder vult nog aan dat het lijkt alsof klaagster consequent niet in de samenwerking wil. Soms lijkt ze even rustiger, maar verweerder heeft nog niet kunnen constateren dat klaagster echt bereid is om tot samenwerking te komen. Klaagster wordt steeds voor zorg aangeboden aan [locatie], omdat ze buiten de instelling overlast en problemen veroorzaakt. Het is niet dat behandelaren daar een actieve rol in hebben. Als klaagster die knop niet omzet blijft het een moeilijk gebeuren aldus verweerder.

Verweerder bekrachtigt nogmaals dat alle toegestane verplichte zorg mogelijk noodzakelijk is. Daartoe behoort ook de mogelijkheid tot insluiting omdat klaagster nog vaak ontregeld is, aldus verweerder. Verweerder geeft aan te willen toewerken naar meer vrijheden voor klaagster, maar dat het daarom nog wel nodig is om te kunnen controleren op middelengebruik.

Verweerder geeft desgevraagd aan dat er nog geen signaleringsplan kan worden opgesteld, zolang klaagster zich niet bereid heeft getoond tot samenwerking.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg als bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de

geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

Wat betreft deze formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld.

 

Wat betreft de waarborgen die voortvloeien uit de Wvggz, onverlet of de zorg binnen of buiten een accommodatie wordt verleend, moet aan de volgende eisen worden voldaan. Verplichte zorg is een ultimum remedium. Als verplichte zorg noodzakelijk is, moet worden gekozen voor de minst ingrijpende vorm en zo kort mogelijk. Verplichte zorg moet voldoen aan de uitgangspunten van subsidiariteit, proportionaliteit, doelmatigheid en veiligheid.

 

Indien en voorzover de klacht is gericht tegen de opname en de (voortgezette) crisismaatregel is de klachtencommissie niet bevoegd hierover een oordeel te geven en verklaart zich hiertoe niet-ontvankelijk.

 

Voorts zijn de klachten gericht tegen alle maatregelen die in de beslissing tot verplichte zorg zijn opgenomen. Meer specifiek is aangevoerd dat de maatregelen onvoldoende gemotiveerd en gespecificeerd zijn, onder verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank Limburg op 15 oktober 2020. Anders dan in de betreffende uitspraak acht de klachtencommissie in de onderhavige situatie de beslissing opgenomen maatregelen wel voldoende gemotiveerd. Verweerder heeft in onderhavige situatie immers wel de actuele gezondheidstoestand van klaagster beoordeeld, alvorens over te gaan tot de beslissing tot verplichte zorg en de daarin opgenomen maatregelen. Op basis van het verhandelde ter zitting en de schriftelijke toelichting van verweerder is de klachtencommissie van oordeel dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat de situatie en het ziektebeeld van klaagster zodanig zijn dat de betreffende dwangmaatregelen noodzakelijk zijn om de geestelijke gezondheidstoestand van klaagster te stabiliseren. Tevens is in de beslissing per maatregel aangegeven waartoe en in welke situatie deze noodzakelijk is. Voorts heeft klaagster zich consequent niet bereid getoond om vrijwillig mee te werken aan de inname van de medicatie, noch heeft zij zich bereid verklaard om de controles op middelengebruik te ondergaan.  

 

Klaagster heeft een behandelhistorie waaruit blijkt dat zij zich onttrekt of dreigt te onttrekken aan de zorg die nodig is om haar psychotische ontregelingen te beperken c.q. te voorkomen. De klachtencommissie heeft geen redenen om te twijfelen aan verweerders oordeel dat klaagster nog onvoldoende bereidheid heeft getoond tot samenwerking, waardoor het in dit stadium nog niet mogelijk is om de werken aan de ambulantisering van de zorg.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart zich niet ontvankelijk voorzover de klacht is gericht tegen de opname in de kliniek.

Voor het overige verklaart de klachtencommissie de klachten ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [plaats], 1 april 2021

namens de onafhankelijke Wvggz klachtencommissie Gelderland Midden en Zuid

i/o

 

[Voorzitter]

Plv. voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5